13 jan 2017 Nieuws

Kamervragen over bericht dat er chaos dreigt door nieuwe zienswijze van de Autoriteit Financiële Markten (AFM)

Minister Blok heeft Kamervragen over het bericht dat er chaos dreigt door nieuwe zienswijze van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) beantwoord.
  • Dagelijkse e-mail nieuwsbrief
  • Kennisbank met 1000+ artikelen
  • Rekenmodellen en downloads
  • Persoonlijk archief
  • Inclusief Permanent Actueel module!!

Download 'Beantwoording Kamervragen over bericht dat er chaos dreigt door nieuwe zienswijze van de Autoriteit Financiële Markten (AFM)' (pdf, 6 pagina's)

Vraag 5
Acht u het wenselijk en juist dat het toetsmoment verlegd is tot na het overleggen en beoordelen van alle hypotheekbescheiden, zoals werkgeversverklaring, koopakte, taxatierapport, medisch akkoord voor de verzekering enzovoorts? Hoe duidt u daarbij het feit dat de consumenten afhankelijk is van de doorloopsnelheid van het hypotheektraject bij zijn of haar bank?

Antwoord op vraag 5
Doorgaans is vlak voor het moment van het uitbrengen van het bindend aanbod alle informatie voorhanden om de hypotheekaanvraag te toetsen aan (onder andere) de wettelijke leennormen. Het ligt in de rede om deze informatie te toetsen aan de leennormen die op dat moment gelden, niet aan leennormen in het verleden. De aanbieder toetst immers op dat moment op basis van alle bekende gegevens in hoeverre een (bindend) aanbod kan worden gedaan dat verantwoord is.
Het klopt dat consumenten afhankelijk zijn van de doorloopsnelheid van het hypotheektraject bij de aanbieder, zeker wanneer er een moment nadert waarop leennormen worden gewijzigd, namelijk een jaarwisseling. De nieuwe leennormen zijn echter ruim voor de ingangsdatum bekend. Hypotheekverstrekkers en –adviseurs kunnen dus ruim voor de jaarwisseling de aanvrager hierover adviseren.

Vraag 6
Wat vindt u van het feit dat consumenten niet altijd grip hebben op het tempo waarmee de benodigde papieren in bezit zijn en zij buiten hun schuld te laat over de benodigde papieren kunnen beschikken, terwijl zij er van uit mochten gaan dat het moment van aanvraag het toetsmoment zou zijn?

Antwoord op vraag 6
Voor consumenten die er redelijkerwijs vanuit konden gaan dat het moment van het aanvragen van de hypotheek bepalend zou zijn voor de van toepassing zijnde leennormen, is een overgangstermijn afgesproken die loopt tot 1 februari 2017. Dit houdt in voor hypotheekaanvragen die zijn ingediend voor 1 januari 2017 waarbij de kredietwaardigheidstoets ten behoeve van het bindend aanbod uiterlijk 1 februari 2017 plaatsvindt, er met de leennormen van 2016 mag worden gerekend. De AFM zal hier in haar toezicht rekening mee houden. Voor hypotheekaanvragen vanaf 1 januari 2017 dienen consumenten, hypotheekverstrekkers en -adviseurs ervan uit te gaan dat het hypothecair krediet op het moment van het tot stand komen van het bindend aanbod verantwoord is en aan de wettelijke eisen voldoet.

Vraag 8
Is het u bekend dat het Waarborgfonds Eigen Woningen (de uitvoerder van de Nationale Hypotheekgarantie (NHG)) bekend heeft gemaakt dat voor NHG-hypotheken de aanvraagdatum bepalend is? Klopt het dat deze norm is afgestemd met het ministerie van Financiën? Geldt de werkwijze van de AFM alleen voor niet-NHG-hypotheken? Zo ja, wat rechtvaardigt dan het verschil?

Antwoord op vraag 8
Het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) heeft, anticiperend op het komen te vervallen van het voorlopig offertemoment, op 6 juli 2016 kenbaar gemaakt dat aanvragen van NHG-hypotheken worden getoetst aan de voorwaarden en normen zoals die gelden op het moment van de aanvraag.
Het is aan het WEW om te bepalen hoe zij toetsen aan de eigen voorwaarden en normen, die dienen te voldoen aan de geldende wet- en regelgeving en de nadere toelichting die de AFM hierover heeft gegeven. De belangrijkste wijzigingen in de normen en voorwaarden van het WEW worden jaarlijks afgestemd met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Naar aanleiding van vragen uit de sector met betrekking tot het toetsmoment, heeft de AFM toegelicht dat met de introductie van het bindend aanbod een uniform moment is ontstaan waarop toetsing op overkreditering moet hebben plaatsgevonden. Het bindend aanbod dient te worden getoetst aan de dan geldende loan-to-income (LTI) en loan-to-value (LTV) normen. Deze norm is van toepassing op alle hypotheken, NHG en niet-NHG. Vanaf 1 januari 2017 worden dus ook alle aanvragen van NHG-hypotheken getoetst aan de regels zoals die gelden op het moment van het uitbrengen van het bindend aanbod. Voor aanvragen die in 2016 zijn gedaan, zowel NHG als niet-NHG, en die voor 1 februari 2017 een bindend aanbod ontvangen geldt de overgangstermijn.
Het WEW heeft naar aanleiding van deze ontwikkelingen de voorwaarden en normen aangepast en deze gepubliceerd.

Vraag 9
Bent u bereid om dit probleem structureel op te lossen omdat dit probleem zich elk jaar weer opnieuw voordoet?

Antwoord op vraag 9
Het is in het belang van consumenten dat zij zo snel mogelijk duidelijkheid krijgen of ze een hypotheek kunnen krijgen. Pas als een consument het bindende aanbod van de aanbieder ontvangt, heeft die consument zekerheid. Het is in ieders belang dat het aanvraagproces zo efficiënt mogelijk verloopt. De sector werkt volop aan het verbeteren en verkorten van dit proces. Zo is er bijvoorbeeld een initiatief rondom het digitaal verstrekken van de inkomensgegevens. Ook is in de wetgeving ruimte geboden voor modelmatige taxaties.
Daarbij merk ik op dat nu al bekend is dat de maximale loan-to-value (LTV) van hypotheken per 1 januari 2018 zal wijzigen. Hiermee kunnen hypotheekverstrekkers, -adviseurs en aanvragers tijdig rekening houden. Door tijdig te anticiperen op deze nieuwe normen wordt onzekerheid voor consumenten voorkomen. Ook de inkomensnormen kunnen daarna nog wijzigen, maar ook deze wijzigingen zijn ruim van tevoren bekend. Bovendien hoeft de wijziging van de inkomensnormen niet te leiden tot een beperking van de leencapaciteit.

Vraag 10
Op welke regels is het nieuwe besluit gebaseerd? In het geval van de Europese hypothekenrichtlijn (de Mortgage Credit Directive), om welke bepaling gaat het dan precies? Hoe gaat de uitleg van de regeling samen met het uitstellen van de termijn tot 1 februari 2017?

Antwoord op vraag 10
De discussie over de toetsing bij hypotheken is ingegeven door de introductie van het bindend aanbod. De voorlopige offerte is komen te vervallen doordat in artikel 122 lid 3 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, het bindend aanbod zonder voorbehouden in de plaats is gekomen. Dit is een gevolg van de implementatie van art. 14 lid 3 van de MCD. Op grond van art. 14 lid 1, art. 18 en art. 20 van de MCD, dient de kredietwaardigheidsbeoordeling (waaronder de toets aan de leennormen) plaats te vinden voorafgaand aan het uitbrengen van het bindend aanbod. Het bindend aanbod dient naar het oordeel van de AFM te voldoen aan de geldende regels voor verantwoorde kredietverlening.
Omdat dit uitgangspunt niet in lijn is met de tot nog toe gehanteerde werkwijze, is de overgangstermijn tot 1 februari 2017 afgesproken.

 

Bron: Rijksoverheid

Downloads

Downloads zijn alleen beschikbaar voor abonnees. Log graag in of neem een abonnement.

Lees ook…

Kamerbrief over standpunt van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) inzake toetsmoment verantwoorde kredietverlening

Minister Blok heeft de Tweede Kamer een reactie gegeven op de e-mail die de Commissie Wonen en Rijksdienst heeft ontvangen van de Hypotheekshop over het standpunt van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) inzake het toetsmoment verantwoorde kredietverlening.

Overgangstermijn toetsmoment nieuwe leennormen is schijnoplossing

De OvFD is van mening dat de overgangstermijn tot 1 februari 2017 inzake het toetsmoment nieuwe leennormen voor hypotheekverstrekking een schijnoplossing is. De minister geeft aan dat hij het belangrijk vindt dat consumenten niet in de problemen worden gebracht door de overgang naar de nieuwe werkwijze, maar het is nu al duidelijk dat consumenten wél de dupe gaan worden van deze wijziging. De OvFD roept de minister dan ook op om alsnog zo spoedig mogelijk te regelen dat voor hypotheekaanvragen, die in 2016 door consumenten zijn gedaan, ten behoeve van het bindend aanbod dat in 2017 plaatsvindt met de hypotheeknormen van 2016 mag worden gerekend. Dus zonder overgangstermijn, die ongetwijfeld tot grote problemen gaat leiden voor consumenten die in alle vertrouwen in 2016 een hypotheekaanvraag hebben ingediend.