10 aug 2020 Nieuws

Zorg voor dosssiervorming bij execution only (..)

Consument heeft met haar voormalige partner (overleden) op 1 oktober 2013 een huis gekocht en verbouwd. Consument en haar voormalige partner waren niet gehuwd of in een geregistreerd partnerschap verbonden. Ook hadden zij geen samenlevingsovereenkomst of een testament ten gunste van elkaar opgemaakt.
  • Dagelijkse e-mail nieuwsbrief
  • Kennisbank met 1000+ artikelen
  • Rekenmodellen en downloads
  • Persoonlijk archief
  • Inclusief Permanent Actueel module!!

Door tussenkomst van Adviseur kwam daarna een overeenkomst met Consument en haar partner van een hypothecaire lening, een verstrekking van een hypotheek en een overlijdensrisicoverzekering tot stand.

Dalende risicoverzekering

De annuïtair dalende overlijdensrisicoverzekering is op 1 november 2013 gesloten met de voormalige partner als verzekeringnemer en eerste verzekerde en Consument als tweede verzekerde. De looptijd was 11 jaar en de premie € 34,49 per maand. Het bij aanvang verzekerde kapitaal bedroeg € 115.000,- en daalde elke maand met een annuïteiten-percentage van 3,35%. Op de einddatum zou nog een kapitaal verzekerd zijn van € 50.000,-.

Standaardbegunstiging

a) uzelf;
b) uw nabestaande partner;
c) uw erfgenamen.

Overlijden verzekerde

In de maand maart 2015 hebben Consument en haar partner hun affectieve relatie verbroken. Op 5 december 2015 overleed de voormalige partner van Consument. Uit de overlijdens-risicoverzekering kwam een bedrag van € 104.427,- vrij, dat door verzekeraar in het kader van de verpanding aan de bank werd overgemaakt ten behoeve van de erfgenamen van de voormalige partner ter aflossing van de hypothecaire geldlening.

Rechtbank

Tussen de erfgenamen van de voormalige partner en Consument is daarna een procedure gevoerd. Consument vorderde in reconventie dat de rechtbank de onredelijke uitkomst van het ontbreken van de begunstiging op de verzekeringspolis zou corrigeren op grond van redelijkheid en billijkheid. Bij proces-verbaal van de comparitie van partijen, bevolen bij arrest door het Gerechtshof Den Haag van 12 juni 2018 en gehouden op 11 juli 2018, zijn de erfgenamen en Consument een schikking overeengekomen.

Klacht

Consument stelde Adviseur aansprakelijk voor het feit dat zij niet als begunstigde op de polis was opgenomen. Partijen bleven na een uitvoerige discussie van mening verschillen, waarna Consument zich tot het Kifid wendde.

Stellingname Consument

De Adviseur is tekortgeschoten in het nakomen van de door hem te betrachten zorgplicht door twee hoofdelijke schuldenaren met betrekking tot de hypothecaire geldlening te adviseren, maar er niet voor zorg te dragen dat Consument na het overlijden van haar voormalige partner in aanmerking kwam voor de uitkering uit hoofde van de overlijdens-risicoverzekering. Door het ontbreken van de juiste begunstiging is Consument in een financieel ongunstige positie verzeild geraakt.

Verweer adviseur

Omdat de voormalige partner van Consument ervaring had met het aanvragen van een hypotheek is met hem een execution-only overeenkomst gesloten. Voor het verkrijgen van de hypothecaire geldlening was echter wel de medewerking van Consument nodig, omdat het verkrijgen van de hypotheek op één inkomen niet mogelijk was. Consument zou echter hebben bedongen dat zij op geen enkele manier kosten wilde dragen voor de aan te kopen woning. Zowel de offerte voor de hypotheek als de begunstiging van bijbehorende overlijdensrisicoverzekering zijn uitvoerig met beiden besproken. Een kruislings te sluiten overlijdensrisicoverzekering was geen optie, omdat Consument geen premie hiervoor wilde betalen. De voormalige partner zou, als verzekeringnemer, daarom de verzekerings-premie voldoen en heeft uiteindelijk zelf de keuze gemaakt voor de op de polis standaard opgenomen begunstiging.

Vaststelling Commissie

De Commissie stelt vast dat Adviseur in het najaar van 2013 de voormalige partner en vervolgens ook Consument heeft bijgestaan in het traject voor het verkrijgen van een hypothecaire lening en het sluiten van een overlijdensrisicoverzekering.

De Commissie stelt voorts vast dat Adviseur slechts een summier dossier heeft vervaardigd, waarin zich onder andere een ‘Verklaring Geen Advies t.b.v. Hypotheek: Execution Only’ bevindt. Deze is echter alleen door de voormalige partner ondertekend, terwijl niet ter discussie staat dat Consument en haar voormalige partner een hypothecaire geldlening zijn aangegaan voor een bedrag van € 205.000,-.

Execution only/ dossiervorming?

In het dossier bevinden zich verder geen gespreksnotities, zodat het de Commissie niet duidelijk is op welke wijze Adviseur met beiden, en in het bijzonder met Consument, de inhoud en strekking van de overlijdensrisicoverzekering heeft besproken.

Hiermee is onvoldoende vast komen te staan dat Consument er expliciet op is gewezen dat zij weliswaar een hypothecaire geldlening is aangegaan, maar bij het overlijden van haar voormalige partner niet als begunstigde zou worden aangemerkt voor het uit hoofde van de overlijdensrisicoverzekering uit te keren kapitaal. De Adviseur heeft in ieder geval geen documenten kunnen overleggen waaruit kan worden opgemaakt dat Consument zich ook voldoende bewust was van de financiële gevolgen die hiermee gemoeid waren.

Uitzondering vastleggen

Naar het oordeel van de Commissie mag geen twijfel bestaan of een dergelijke essentieel element onderwerp van gesprek is geweest tussen Consument en de Adviseur. Gezien de hypotheekconstructie ligt het namelijk niet voor de hand dat zij niet als begunstigde in de overlijdensrisicoverzekering zou worden opgenomen. Als dit wel een bewuste keuze van Consument was geweest, dan had dit – gezien de vergaande financiële gevolgen – schriftelijk door Adviseur moeten zijn vastgelegd.

Tussenuitspraak - schadevaststelling

De Commissie nodigt Consument uit om haar schade te onderbouwen mede in het licht van de door haar bereikte schikking met de erfgenamen van haar voormalige partner. Verder wordt Adviseur de mogelijkheid geboden om zich uit te laten over de door hem in een eerder stadium betwiste vordering van Consument. Welk bedrag aan premies heeft de voormalige partner voldaan, hoeveel geld heeft hij ingebracht bij de aankoop van de woning en wat waren de door hem betaalde verbouwingskosten?


Bron: Kifid

 

Redactie Fintool: Er valt wel wat op af te dingen dat de langstlevende een uitkering krijgt, terwijl de erfgenamen de woning + hypotheek (helft) verkrijgen. De relatie is immers beëindigd. Nabestaanden dienen dan bij voorkeur wel zorg te dragen voor beëindiging hoofdelijke aansprakelijkheid langstlevende, maar een en ander hoeft dan niet tot een schadevergoeding te leiden. In de einduitspraak wordt hopelijk duidelijk welke schade de langstlevende (aantoonbaar) geleden heeft.

Downloads

Downloads zijn alleen beschikbaar voor abonnees. Log graag in of neem een abonnement.

Lees ook…

Beneficiaire aanvaarding en hoofdelijke aansprakelijkheid

Consument en wijlen haar echtgenoot hebben de woning in maart 2014 verkocht. De verkoopopbrengst was niet genoeg om de openstaande hypotheekschuld af te lossen. Er bleef een restschuld over van € 12.546,44. Partijen zijn hiervoor in maart 2014 een restschuldregeling overeengekomen.

De Commissie van Beroep stelt erfgenamen in het ongelijk

Erfgenamen hebben eerder bij Kifid geklaagd over een 'opeet-hypotheek' en het ontbreken van een contraverzekering. De Geschillencommissie stelde de hypotheekadviseur eerder in het gelijk en ook de Commissie van Beroep heeft de klacht afgewezen.

Ontbrekende overlijdensrisicoverzekering en hypotheekadvies

Bij het overleg over het oversluiten van een hypothecaire geldlening tussen de Bank en een echtpaar, is de Bank ook als adviseur opgetreden ter zake van het afsluiten van een overlijdensrisicoverzekering.