Minister Asscher (SZW) heeft de Eerste Kamer en de Tweede Kamer zijn reactie op vragen en opmerkingen over het ontwerpbesluit tot wijziging van de wet minimumloon en minimumvakantiebijslag gegeven.
De Inspectie SZW heeft een nieuwe, digitale ‘tool’ ontwikkeld waarmee werkgevers en opdrachtgevers eenvoudig kunnen checken aan welke regels zij moeten voldoen. En krijgen zij tips om het snel te regelen.
In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 juli 2016 voor uitkeringsbedragen en grondslagen op het minimumniveau. Ook zijn de belangrijkste beleidswijzigingen met betrekking tot deze uitkeringsbedragen opgenomen.
De minimumloonbedragen worden uitgedrukt in bedragen per maand, per week en per (werk)dag. Een landelijk wettelijk minimumuurloon kent de wet niet. Het uurloon kan per sector verschillen, afhankelijk van het aantal uren dat als normale arbeidsduur geldt.
Na de (wettelijke) afronding bedraagt het bruto wettelijk minimumloon per 1 juli 2016 € 1.537,20 per maand, € 354,75 per week en € 70,95 per dag.
De verkenning biedt een brede inventarisatie van landelijke en internationale feiten en cijfers rondom het minimumjeugdloon. Ook verkent en duidt dit rapport de mogelijke effecten op jeugdwerkgelegenheid, jeugdwerkloosheid en onderwijsdeelname van jongeren. Daarnaast gaat de SER in op economische zelfstandigheid, juridische aspecten en vakvolwassenheid. Bij het aanpassen van het WMJL moeten al deze invalshoeken en de mogelijke effecten ervan worden afgewogen. Daarbij speelt ook timing een belangrijke rol. De aanpassing is uiteindelijk een politieke keuze.
Minister Asscher informeert de Tweede Kamer over de vroegst mogelijke datum waarop de aanpassingen van het wettelijk minimumjeugdloon geregeld kunnen zijn: 1 juli 2017
Het ministerie van SZW heeft het Centraal Planbureau verzocht om in te gaan op de gevolgen van een aanpassing van het wettelijk minimumloon voor de werkgelegenheid. Deze notitie gaat in op de werkgelegenheidseffecten van een wml op basis van het uurloon en het toepassen van ditzelfde minimumuurloon op werknemers die volgens stukloon betaald krijgen.
Het minimumjeugdloon wordt in stappen afgeschaft vanaf 21 jaar. Jongeren gaan een volwaardig salaris ontvangen. Ook heeft het kabinet met coalitiepartners en sociale partners overeenstemming bereikt over aanpassingen van de Wet werk en zekerheid (Wwz). Het totale pakket met arbeidsmarktmaatregelen is naar de Tweede Kamer verzonden.
In het kader van de herziening van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml) heeft het kabinet het Centraal Planbureau (CPB) gevraagd om een notitie op te stellen over de werkgelegenheidseffecten van een aanpassing van het wettelijk minimumjeugdloon. Bijgaand treft u deze notitie aan.
De minimumloonbedragen worden uitgedrukt per maand, per week en per (werk)dag. Een landelijk wettelijk minimumuurloon kent de wet niet. Het uurloon kan per sector verschillen, afhankelijk van het aantal uren dat als normale arbeidsduur geldt. Onder normale arbeidsduur wordt verstaan de arbeidsduur die in overeenkomstige arbeidsverhoudingen in de regel geacht wordt een volledige dienstbetrekking te zijn, zoals deze bijvoorbeeld in de desbetreffende sector is afgesproken. In de meeste CAO’s is deze arbeidsduur voor een fulltime dienstverband gesteld op 36, 38 dan wel 40 uur per week.
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank.