Bij de aanvraag van een overlijdensrisicoverzekering heeft verzekerde een gezondheidsverklaring ingevuld. Daarbij heeft hij twee vragen ten onrechte met nee beantwoord: de vraag of hij bekend was met verhoogde bloeddruk en of hij suikerziekte had. Voor Verzekeraar was er hierdoor geen aanleiding om medisch onderzoek te verrichten.
Consumenten hebben in 2004 twee overlijdensrisicoverzekeringen via een intermediair gesloten bij een verzekeraar. In 2009 neemt een ander intermediair de portefeuille over. De zorgplicht van een adviseur houdt onder meer in dat hij de verplichting heeft om periodiek aandacht te besteden aan de verzekeringen die hij in zijn portefeuille heeft.
Een adviseur heeft onvoldoende zorgvuldigheid in acht genomen bij de overname en het beheer van de verzekeringsportefeuille van een consument (klager). Bij de inventarisatie is een niet meer ter zake doende verzekering over het hoofd gezien, waardoor gedurende een aantal jaren de hiervoor verschuldigde premies zijn blijven geïncasseerd. De consument heeft echter ook bijgedragen aan deze ongewenste situatie door haar internetbankrekening niet goed in de gaten te houden. Vordering wordt gedeeltelijk toegewezen.
Een relatie van ons is overleden. De weduwe blijft met een koophuis en hypotheek achter. Er is wel een overlijdensverzekering gesloten (verpand), maar de geldverstrekker is bereid de uitkering uit de risicoverzekering rechtstreeks aan de weduwe uit te laten keren en niet op de hypotheek in te laten lossen.
Heeft dit nadelige gevolgen voor de hypotheekrenteaftrek en moet er een deel annuïtair worden afgelost?
Om voor bepaalde groepen het wegvallen van inkomen op te vangen bestaat vanuit de overheid de Algemene nabestaandenwet (de Anw). De Anw is in het verleden al ter discussie gesteld, onder meer omdat deze geen (directe) prikkel geeft tot arbeidsparticipatie terwijl dit wel in de geest is van veel sociale verzekeringen.
Binnen dit onderzoek (CentERdata) is de centrale vraag in hoeverre het verzekeren van overlijdensrisico al niet voor een groot deel wordt opgepakt (of kan worden opgepakt) binnen de private verzekeringsmarkt (de zogenaamde derde pijler) in combinatie met nabestaandenregelingen binnen pensioenregelingen (de tweede pijler).
Uit een onderzoek van het Nationaal Informatiecentrum Erfelijkheid, het Erfocentrum, blijkt dat tweederde van de Nederlanders vreest dat een DNA-onderzoek het moeilijker kan maken een levensverzekering af te sluiten. De regels hierover zijn onbekend en worden ervaren als onvoldoende vertrouwenwekkend.
Voor kandidaat verzekerden met een ernstige aandoening of een risicovol beroep is het in het huidige klimaat van de scherpe overlijdensrisicotarieven nauwelijks nog mogelijk om een verzekering af te sluiten. Full serviceprovider VKG biedt nu een oplossing voor deze moeilijk verzekerbare groep mensen. In samenwerking met Pulse Insurance Limited maakt VKG de ORV+ polis beschikbaar voor de Nederlandse verzekeringsmarkt.
Een consument heeft via Kifid een klacht aanhangig gemaakt doordat een risicoverzekering voortijdig was geroyeerd.
De risicoverzekering was bedoeld als zekerheid voor de aflossing van een hypotheek.
Door een administratief verzuim is de verpanding niet correct aangetekend en kon verzekeringnemer/verzekerde de verzekering afkopen. Echter, een jaar later na afkoop overleed verzekeringnemer. De echtgenoot van overledene heeft nu een klacht ingediend.
Ongeveer 15 procent van de Nederlanders met een chronische aandoening kan geen overlijdensrisicoverzekering krijgen. Hierdoor wordt het kopen van een huis ook moeilijker.
Dit meldt Vereniging Eigen Huis (VEH) op basis van een enquête onder 137 leden met een chronische aandoening.
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank.