Staatssecretaris Van Rij stuurde een nota van wijziging van het wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale regeling aandelenoptierechten naar de Tweede Kamer.
Staatssecretaris Van Rij informeerde e Tweede Kamer over zijn beslissing om het wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale regeling aandelenoptierechten niet aan te passen.
De commissie acht geen grond aanwezig op basis waarvan de bank voorafgaand of bij het doen van een rente-aanbod had moeten vermelden dat ‘eigen middelen’ bij de bank niet aangetoond kunnen worden met aandelen.
Dit wetsvoorstel wijzigt de aandelenoptieregeling. Het doel van dit wetsvoorstel is om een aandelenoptierecht zoveel als mogelijk in de heffing te betrekken op het moment waarop liquide middelen beschikbaar (kunnen) zijn. Daarmee wenst de wetgever liquiditeitsproblemen die op het huidige heffingsmoment kunnen ontstaan waar mogelijk te voorkomen.
Uit de 150 door DNB beoordeelde herstelplannen blijkt dat het herstel van vrijwel alle fondsen uit verwachte beleggingsrendementen komt. In een herstelplan is het toegestaan om uit te gaan van, bijvoorbeeld, maximaal 5,6 procent rendement op aandelen. De meeste pensioenfondsen gaan in hun herstelplannen uit van het rendement waarmee maximaal gerekend mag worden.
Een hogere premie wordt niet gebruikt als middel om te herstellen. Bij de meeste fondsen draagt de premie zelfs negatief bij aan het herstel. Dat komt doordat veel fondsen de premie dempen. Hiermee worden ongewenste premieschommelingen vermeden, maar het resulteert ook in een te lage premie ten opzichte van wat voor de pensioentoezegging nodig is.
Een belastingplichtige stelt dat hij door de vermogensrendementsheffing gedwongen wordt de zekerheid van het garantiestelsel op te geven voor de onzekerheden van risicovolle beleggingen. Als een fictief rendement wordt gehanteerd en niet het werkelijke rendement, dan moet volgens belastingplichtige het vermogensdeel tot aan de grens van het depositogarantiestelsel buiten beschouwing blijven.
Een op de zes Nederlanders (16%) belegt. De meeste beleggers zijn zelfbeleggers (59%) en handelen zonder advies. Daarnaast maakt 11% gebruik van de diensten van een beleggingsadviseur en 30% van een vermogensbeheerder. Dit blijkt uit de Consumentenmonitor Beleggen 2019 die de Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft gepubliceerd.
In het afgelopen kwartaal heeft het vermogen van Nederlandse beleggingsinstellingen een recordomvang bereikt van EUR 924 miljard. Dit is voornamelijk het gevolg van al twee kwartalen aanhoudend positieve rendementen op beleggingen in aandelen en participaties. De omvang van de sector nam daarnaast toe door een netto-inleg van EUR 818 miljoen. Dat meldt DNB.
De 'Wet aandelen aan toonder' die regelt dat papieren aandelen aan toonder worden afgeschaft voor niet-beursgenoteerde vennootschappen treedt per 1 juli 2019 in werking. Doel van de maatregel is te voorkomen dat deze stukken worden misbruikt voor financiering van terrorisme, of voor belastingontduiking en witwassen.
Dit wetsvoorstel maakt de identificatie van alle houders van aandelen aan toonder mogelijk in Europees en Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba). De fysieke toonderstukken die aandeelhouders zelf bewaren, worden afgeschaft.
Hierdoor wordt anonieme overdracht van toonderstukken niet meer mogelijk.
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank.