Dit statuut geeft invulling aan een afspraak uit deNationale Prestatieafspraken (NPA) en een toezegging rondom ditonderwerp. Het statuut is tot stand gekomen na zorgvuldig overleg metAedes en de Woonbond en wordt door hen de komende weken voorakkoord voorgelegd aan de achterban.
Voor het eerst sinds 2015 is er vier kwartalen op rij een dalende trend in de transactieprijzen van kantoren. In het eerste kwartaal van 2024 zaten ook de verkoopprijzen van huurwoningen niet in een opwaartse trend, net als in het kwartaal ervoor. Bij industriepanden en winkelpanden was wel een stijgende trend te zien. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS en het Kadaster.
Twee ongehuwde belastingplichtigen wonen samen in een huurwoning. Zij voldoen aan geen van de criteria van artikel 5a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) of artikel 1.2, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001). Zij zijn daardoor geen fiscaal partners van elkaar.
De (nieuwe) Woonlastenmonitor van NHG eeft inzicht in het sentiment rondom de betaalbaarheid van woonlasten onder woningeigenaren met een hypotheek in Nederland.
Vader en moeder (gehuwd en hierna; ouders) willen samen met hun twee zoons een gebouw kopen om in te gaan wonen. In het gebouw komen drie woonruimten, één voor de ouders en de zonen krijgen ook elk één woonruimte. De ouders worden voor 50% eigenaar, zoon 1 voor 25% en zoon 2 ook voor 25%.
Op grond van artikel 1.2, eerste lid, onderdeel d, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) wordt onder een partner mede verstaan degene die op hetzelfde woonadres als de belastingplichtige staat ingeschreven in de basisregistratie personen en die samen met de belastingplichtige een woning heeft, die hun anders dan tijdelijk als hoofdverblijf ter beschikking staat op grond van eigendom, waaronder begrepen economische eigendom, of op grond van een recht van lidmaatschap van een coöperatie.
De Kennisgroep Toeslagen heeft een standpunt ingenomen over partnerschap bij mede-eigendom van de woning op grond van artikel 3, 2e lid van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir).
De consumenten hebben een lening aangevraagd bij SVn voor de financiering van zonnepanelen op hun woning. SVn heeft bankafschriften van een volledige maand bij de consumenten opgevraagd. Omdat de consumenten geen bankafschriften van een volledige maand wilden aanleveren, heeft SVn de lening niet verstrekt.
De consument stelt dat de adviseur is tekortgeschoten in de op hem rustende (zorg)verplichtingen, omdat hij de consument niet (tijdig) heeft geïnformeerd dat zijn ex-partner diende mee te tekenen voor de overbruggingshypotheek.
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank.