Een consument heeft naast een hypothecaire geldlening een lening afgesloten bij zijn ouders. De lening bij de bank en de lening van de ouders samen is hoger dan de toenmalige NHG toets toestond.
Vanwege een onzakelijke lening bij zijn B.V. werd een DGA van een stamrecht B.V. een naheffingsaanslag van maar liefst 72% opgelegd. De belastinginspecteur stelde dat de leningsovereenkomst onzakelijk was, in het bijzonder vanwege het feit dat geen reële zekerheden zijn bedongen.
Het Gerechtshof Amsterdam heeft in hoger beroep een uitspraak gedaan over de hoogte van de invorderingskosten. De ouders van ‘klaagster’ hebben een geldlening verstrekt van €285.000. Tot zekerheid voor de betaling daarvan is bij notariële akte van 29 augustus 2011 (hierna: de akte) een eerste recht van hypotheek en pand verleend op de woning van ‘klaagster’.
Uit onderzoek van de Belastingdienst is gebleken dat circa 8% van het totale bedrag aan leningen waarvoor renteaftrek wordt geclaimd betrekking heeft op leningen die niet zijn afgesloten bij
financiële instellingen waarop een renseigneringsverplichting rust, zoals bij andere natuurlijke personen, de eigen BV of een buitenlandse financiële instelling. De Belastingdienst is dan
aangewezen op de informatie die de belastingplichtige zelf verstrekt.
De Belastingdienst heeft het 'formulier opgaaf lening eigen woning' beschikbaar gesteld. Voor leningen die onder het belastingplan 2013 vallen (annuïtair / lineair aflossen) en niet bij een reguliere bank zijn gesloten, dienen middels een opgaaf aan de Belastingdienst kenbaar gemaakt te worden.
Ook is er een rekenmodule beschikbaar.
Het Hof oordeelde eerder dat, ondanks dat geen ‘kasrondje’ plaatsvindt, geen sprake is van enige kwijtschelding, nu de rente zorgvuldig wordt geadministreerd en de belanghebbende de schenking heeft aangewend voor aflossing van de schuld.
De conclusie strekt ertoe dat het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën ongegrond dient te worden verklaard.
Besluit vervallen - zie 'Intrekking diverse besluiten' artikel
De wettekst schrijft voor dat deze nieuwe lening alleen onder het overgangsrecht valt in geval van geheel aflossen van een tot de eigenwoningschuld behorende schuld en het uiterlijk binnen het daaropvolgende kalenderjaar -ten minste voor dat bedrag- opnieuw aangaan van een schuld in verband met een eigen woning (geheel oversluiten).
Dit leverde in de praktijk vragen op ingeval van gedeeltelijk oversluiten (familiehypotheek of lening bij een BV).
In een recent hypotheekadvies heb ik de familiehypotheek besproken. Stel de lening gaat in op 20 december a.s. in verband met aankoop (starter, hier dus annuïteitenhypotheek conform BP2013).
Start de aflosverplichting dan vanaf 20 december 2013 t/m 20 januari 2014 of 20 december 2013 t/m 31 december 2013 en gaat dan een nieuw jaar in op 1 januari 2014 t/m 31 december 2014?
In dit besluit keurt de staatssecretaris van Financiën vooruitlopend op wetgeving het volgende goed. De vrijstelling voor de schenking voor de eigen woning kan vanaf 29 oktober 2012 ook worden toegepast op een schenking voor de aflossing van de restschuld vervreemde eigen woning. Daarnaast wordt de vrijstelling voor de periode van 1 oktober 2013 tot en met 31 december 2013 verruimd.
Uit onderzoek van online financiële dienstverlener MoneYou naar het leengedrag van Nederlanders blijkt dat 38% van de Nederlanders op dit moment geld leent, anders dan hun hypotheek.
28% sluit deze lening bij een bank af, 8% bij familie. Lenen van vrienden is met 2% het minst in trek. Vorig jaar klopte de ene helft van de leners nog bij de bank aan en de andere helft bij familie.
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank.