In 2018 heeft de Adviseur namens Consumenten een offerte aangevraagd voor het tussentijds wijzigen van de rentevastperiode van twee leningdelen. De Bank heeft een fout gemaakt door Consumenten een offerte te verstrekken voor slechts één leningdeel. In de offerte staat dat er voor dat leningdeel een boeterente [lees: vergoedingsrente] moet worden betaald.
Relatie wenst zijn hypotheek om te zetten vanwege ontslag hoofdelijke aansprakelijkheid van de ex-partner. Daarbij wordt de afkoopwaarde van een levensverzekering gebruikt om de hypotheek te verlagen.
Consument heeft geklaagd over zijn gestegen vergoeding voor vervroegde aflossing. Consument dient zowel een klacht in tegen de geldverstrekker en de adviseur.
Een Consument heeft hypothecaire geldlening en mag jaarlijks 20% van de hypothecaire geldlening vergoedingsvrij aflossen. Hij heeft de Bank verzocht of hij gebruik mag maken van deze vergoedingsvrije aflossing door middel van een nieuwe annuïtaire geldlening (ook wel herfinanciering genoemd).
Een huiseigenaar is in 2007 met geldverstrekker een rentevaste periode van 20 jaar overeengekomen. In 2016 heeft hij geldverstrekker om een tussentijdse renteherziening gevraagd. Op 1 augustus 2016 heeft hij de afkoopkosten en administratiekosten (€26.252,16) aan de Bank betaald. In geschil is of de door geldverstrekker in rekening gebrachte afkoopkosten op grond van artikel 8 BvG, althans op basis van de algemene bepalingen in de brief van 31 mei 2016 redelijk zijn. De huiseigenaar meent dat deze bepalingen niet-transparant en onredelijk bezwarend zijn.
Een wat complexe casus met grote gevolgen voor de geldverstrekker.
Wanneer consumenten tussentijds hun hypotheek oversluiten of rentetarief aanpassen, vraagt de bank een vergoeding voor haar financiële nadeel. Voor de berekening van deze zogenoemde boeterente houden banken zich aan de Leidraad van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Deze stelt onder meer dat op- en afslagen in de contractrente en de vergelijkingsrente consistent moeten worden toegepast.
Consument heeft een hypothecaire geldlening bij de bank, waarbij een gedeelte via banksparen wordt afgelost en een gedeelte via de opbrengst van een beleggingsrekening. Consument heeft op enig moment besloten om de geldlening over te sluiten. In verband hiermee dient zij een vergoeding te betalen wegens vervroegde aflossing (boeterente).
Een indicatieve aflosnota van circa €25.000 stijgt na circa 3 maanden naar €36.800. Consument beklaagt zich erover dat de vergoeding voor vervroegde aflossing in een dergelijke tijdsbestek dusdanig kan stijgen.
De richtlijn hypothecair krediet regelt dat aanbieders van hypothecair krediet aan consumenten geen vergoeding in rekening mogen brengen voor vervroegde aflossing van het krediet die hoger is dan het financiële nadeel dat de aanbieder als gevolg daarvan heeft. Deze bepaling is in het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (BGfo) geïmplementeerd.
In tegenstelling tot het advies van de adviseur, diende consument toch een aflossingsvergoeding te betalen aan de oude geldverstrekker. Consument vordert via Kifid de nettokosten van de betaalde boeterente.
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank.